Zaterdag 6 oktober 2012
Nîmes – Anduze
Om kwart voor zes staan we op en om half zeven zitten we aan het ontbijt. Daarna lopen we naar het busstation en wachten op de bus van 07.30 uur. Een ticket kost €1,50, dat is toch echt een vriendenprijsje. Tegen achten zijn we in Brignon waar we na vijf minuten wachten kunnen overstappen. Het is bewolkt, maar de zon komt iets door. Het is 18 graden in de plus. Vanuit Ners nemen we de asfaltweg naar Vézénobres, waar we rond half tien aankomen. Tjonge, dat Vézénobres is best wel een leuk oud (vesting)stadje. Op dit terras drinken we er een espresso op. Uiteraard kun je hier ook Heineken krijgen. Als we vertrekken lopen we prompt verkeerd. We zitten op de GR700 in plaats van de GR6. Terug dus en dit keer gaat het goed. De agaves en de cactussen staan hier gewoon buiten, dus met de temperatuur zit het hier wel goed. Daar ligt Vézénobres, duidelijk dat het een vestingstad is (geweest). Even na elven steken we de Gardon over, zo zien we die rivier ook nog eens een keer. Noord van ons loopt de Gardon, maar die krijgen we niet te zien. Door het bos gaat het over landwegen en over droge rivierbeddingen. Toch zijn er stukken grond in cultuur gebracht, hier is een kiwiplantage. Tegen half één naderen we Cardet. We hadden er al iets over gehoord, maar hier zien we een peilstok bevestigd tegen een onooglijk huisje. In 2002 is de Gardon buiten zijn oevers getreden en hier heeft het water bijna 2 meter hoog gestaan. Ongewoon is dat niet, in 1958 heeft het water nog hoger gestaan. Ik zie dat helemaal voor me. De rivier is niet alleen buiten zijn oevers getreden, maar heeft zich met donderend geweld een weg gebaand naar beneden. Het pad langs de rivier is toen weggespoeld, bomen zijn ontworteld oftewel de oever is onbegaanbaar. De GR6 is toen verlegd naar hogere delen en daar lopen wij nu. In dit winkeltje kopen we een blikje cola, verder is er hier helemaal niets. Op een bankje iets verderop geniet ik mijn cola en een bakje yoghurt met muesli en honing. We hebben er nu 16.6 kilometer opzitten. Na een uurtje stappen we op, de zon komt door en het is 22 graden in de plus.
OK, we lopen door een afwisselend landschap. Het gaat door wijngaarden, langs de Gardon (eindelijk), door bos en langs meren. Echt stijgen en dalen is er niet bij. Mooi, het is nog 4.5 kilometer naar Anduze, het schiet op. Even na vijven lopen we Anduze in. Bij het station wordt reclame gemaakt voor een stoomtrein, maar hier staat er gewoon een dieselloc voor. Iets verder is een restaurant, het menu valt me op. Trouwens, er zijn hier plenty restaurants. Om kwart over vijf zijn we bij de gîte. We hebben er 31.29 kilometer opzitten, niet gering. Dit is een ‘echte’ gîte met slaapzalen en gemeenschappelijke douches en toiletten. Het is allemaal nogal sleets, net een hostel op Kreta. Maar goed, wij zijn de enige gasten en ze vragen voor een overnachting slechts €16,-. Dat is geen geld natuurlijk. Warm eten kan hier ook, dat kost €14,- en het ontbijt is €6,-. Een pichet wijn kost €5,-. Nou, daar tekenen we voor natuurlijk.
We gaan eerst maar een biertje drinken in het centrum. Anduze is tamelijk toeristisch en voor een Kronenbourg vragen ze €2,90.
Om half acht kunnen we aan tafel en we beginnen met een overheerlijke gebonden soep. Er is genoeg en ik schep tweemaal op. Het hoofdgerecht is rijst met vis en tajerblad. Tjonge, dit gerecht is zo buitensporig lekker dat ik helemaal vergeet om er een foto van te maken.
Het toetje bestaat uit een met ijs gevulde pannenkoek met slagroom. Tjonge, buitengewoon goed gegeten. Ook de pichet rode wijn was prima. Ik heb al eens meer gezien dat ze die wijn, vol rijke smaken, meestal aftappen uit een houten vat. Is dat niet een idee voor thuis? Dan hoef ik ook niet meer naar de glasbak!